Developers volgens de CTO: ‘Talent is belangrijker dan skills’

Een groeiend klantenbestand en een recente investeringsronde stellen Richard Davidson in staat om zijn developmentteam fors uit te breiden. Davidson is pas negen maanden CTO van PressPage, leverancier van newsroomtechnologie voor PR-afdelingen, maar heeft in die periode al veel veranderd en zien veranderen. Nu de interne werkprocessen meer passen bij zijn visie, is het aannemen van de juiste mensen een van zijn grotere uitdagingen.

Wat voor mensen zoek jij voor je team? Is het makkelijk om ze te vinden?

‘Goede software engineers zijn niet makkelijk te vinden. Afhankelijk van de software die we schrijven, kiezen we een taal en framework uit die daar het best bij passen. Wij zijn op zoek naar mensen die op zo’n abstract niveau kunnen werken, dat het ze niet uitmaakt met welke taal en framework ze moeten werken. Het is een pre als je ervaring hebt met frameworks als Laravel, Symfony2 of Silex, maar het is niet noodzakelijk. Ik denk dat als je kijkt naar cv’s van goede developers, je daar meerdere talen op terug ziet komen. Het maakt hen niet zoveel uit met welke techniek er precies geprogrammeerd moet worden, ze weten gewoon hoe ze een bepaald probleem moeten oplossen.’

Maar je gooit nieuwe mensen wel meteen in het diepe, dus zij moeten toch wel ten minste PHP beheersen?

‘Ja, dat klopt. Goed kunnen programmeren is wel een must. Je moet gestructureerd problemen kunnen oplossen en de principes kennen die aan elke taal ten grondslag liggen. De specifieke skills van het volgende framework en het diepere niveau zijn ook belangrijk, maar echt ondergeschikt aan je talent hiervoor.’

Hoe ontdek je tijdens de selectieprocedure of je zo’n talent voor je hebt?

‘De eerste signalen vind je wel op het cv. Een front-end developer zal bijna altijd JavaScript op zijn cv hebben staan, maar als ik ook frameworks als React, Angular, Ember of Backbone zie staan … één ervan kan wijzen op een specialisme, wat een kandidaat ook wel interessant maakt, maar als er meerdere genoemd worden, is dat veel meer een indicatie dat iemand een probleem op verschillende manieren kan oplossen.’

Welke vraag stel je altijd tijdens een sollicitatiegesprek?

‘“Hoe verbreed je je kennis?” Zeker als het gaat om front-end development, kan de stabiele versie waar je vandaag mee werkt over vier weken al verouderd zijn. Dus een belangrijke vraag voor mij is: “Hoe blijf je bij?” Een positief teken dat ik tegenkom op cv’s, en ik hoor ook andere bedrijven hierover als ze het over hun recruitment hebben, is dat mensen relevante boeken lezen en dus verder studeren in hun eigen tijd. Niet alleen online artikelen, hoewel die ook bruikbaar zijn, maar een artikel is bij wijze van spreken pas hoofdstuk 1. Mensen die het hele boek lezen en er dus echt diep op ingaan, die zijn interessant voor ons. “Welke boeken ben je aan het lezen en welke zou je aanraden?”, is dus ook een vraag die ik graag stel. Mensen die daar met passie over kunnen vertellen, hebben ook passie voor hun vak.’

Hoe belangrijk is die passie in dit vak?

‘Zonder passie blijf je het als developer echt niet lang leuk vinden. Er zijn in Nederland veel “brood-developers”, die het gewoon doen omdat er geld in zit. Dat is niet het soort mensen waar wij naar op zoek zijn. Wij zoeken mensen met passie die willen vlammen, want dat wil PressPage ook. We zijn explosief aan het groeien en daar moet je wel in mee willen en kunnen.’

Wat heb je in jouw negen maanden als CTO al aangepakt en bereikt?

‘Toen ik hier begon, hadden we vooral een groep individuen die instructies nodig hadden. Dat is niet een model waar ik in geloof. Ik wil werken in een systeem waarin mensen empowered zijn en beslissingsbevoegdheid hebben, en juist mij vertellen wat we moeten doen, waar ik vervolgens op strategisch niveau iets mee kan. De developers zijn dagelijks met het product bezig, zij kunnen veel beter zeggen wat we op de korte termijn moeten doen. Ik heb dus meteen de methodieken van agile en SCRUM ingevoerd. Niet meer een jaar vooruit plannen, maar in sprints van twee weken.

Developers spreken nu met elkaar af wat ze de komende weken doen en wat de taakverdeling is, en als het niet goed gaat, dan spreken ze elkaar er meteen op aan. Dat betekent ook dat we nieuwe medewerkers nu veel makkelijker in de groep kunnen plaatsen en kunnen laten meedraaien. Opschalen wordt eenvoudiger: we kunnen het team bijvoorbeeld in tweeën splitsen zonder dat die teams hun sturing verliezen. We denken ook niet meer in projecten. Die duren over het algemeen langer dan gepland en leveren vaak minder op dan beoogd. Je moet zorgen voor een stabiel team en het werk naar het team sturen, niet andersom.’

Maar hebben die autonome developers dan nog wel een gevoel voor de wensen van de eindgebruiker?

‘Verzoeken van klanten komen binnen bij ons Customer Success Team. We beoordelen alle verzoeken die we binnenkrijgen, en veruit de meeste pakken we ook op. Als het kan, dan doen we het. Er is natuurlijk altijd ruimte voor tijdgevoelige kwesties, maar de developers hebben voor het komende jaar al een goed gevulde prioriteitenlijst, dus die weten al lang wat ze moeten doen. Als een klant een klein verzoek heeft dat ons weinig tijd kost, dan is het een kleine moeite om die klant blij te maken. Is het een groot verzoek, dan past het misschien niet in onze planning, maar kunnen we er eventueel ruimte voor maken als het echt van toegevoegde waarde zou zijn voor ons platform. De CXO (Chief Experience Officer, red.) bepaalt die prioritering en ik geef hem aan of het technisch mogelijk is en hoe we het zouden kunnen invullen. Daarna belandt het bij de developers en weten zij dus ook heel goed wat de klant precies nodig heeft.’

Komt het toch weleens voor dat het eindresultaat anders is dan wat de klant ervan verwachtte?

‘Dat komt weleens voor, maar we proberen dat voor te zijn door het plan te laten beoordelen door de developers voor zij eraan gaan bouwen. Het eerste dat we daarbij doen, is vragen welk probleem de klant met zijn verzoek probeert op te lossen. Het is dan aan het developmentteam om met de CXO af te stemmen wat er gerealiseerd moet worden en hoe ze dat technisch kunnen oplossen. De CXO bepaalt of we die extra uren er daadwerkelijk in gaan stoppen. Gelukkig ontdekken we bij het vragen naar het probleem vaak dat we er al een oplossing voor hebben. Dan is er al een module voor of kan de klant eenvoudig een custom module aanmaken op basis van bestaande functionaliteiten.’